De onderstaande regels zijn een leidraad voor het fietsen in de groep

• Helm op in groepsverband!
• Voor het vertrek kondigt de voorrijder kort aan wat de bedoeling van de training is (route, afstand, tijd van terugkomst).
• Er wordt als groep gereden. Samen uit, samen thuis!
• Splitsen bij 10 personen of meer. Wanneer er gesplitst wordt regelen de aanwezige voorrijders onderling wie voorrijdt bij de tweede groep.
• Stel altijd een voorrijder aan, ook tijdens toertochten en extra trainingsritten.
• Wanneer je een introducé meeneemt op een training dit even melden aan de voorrijder. De voorrijder geeft kort uitleg hoe te fietsen. Met name de tekens onderweg wat betreft richting, verkeer en doordraaien.
• Houd je aan de verkeersregels!
• Bij het nemen van een bocht altijd de hand uit steken! De voorste renners doen dit lang genoeg zodat iedereen de kans heeft om het signaal op te vangen. De achterste renner geeft ook het signaal om zo het achteropkomende verkeer te informeren. Het roepen van de signalen kan ook, maar is vaak niet effectief door de wind. Dus altijd met gebaren signaleren. Geef signalen door!
• Dit geldt ook voor obstakels zoals geparkeerde auto’s en dergelijke. Even een signaal naar de fietser achter jou. Wanneer je een voorgaande renner dit signaal ziet geven, het signaal ook doorgeven naar de renner achter jou.
• De achterste fietser is de sluitpost van de groep en moet extra letten op achteropkomend verkeer. Houdt dit in de gaten zodat op tijd het signaal ‘auto achter’ gegeven kan worden. In de groep dient dit signaal ook naar voren te worden doorgegeven.
• Houdt het tempo in de gaten, geef een signaal als het tempo omlaag moet. Hiervoor is de voorrijder verantwoordelijk, probeer dus extra op te letten hoe de kopjes er in de groep bij hangen zodat iedereen mee kan komen.
• Draai regelmatig door aan kop. Zo komt iedereen regelmatig op kop en kan iedereen zijn eigen tempo op kop rijden. Op deze manier bepaalt de groep in zijn geheel het tempo.
• Rijden als groep:
  • Twee aan twee rijden.
  • Rijden op kop, naast elkaar, niet half ervoor of erachter
  • Rijden op kop, dicht bij elkaar, creëer een gezamenlijk zog
  • Blijf op je positie, niet dwars door de groep naar voren of naar achteren
  • Gewoon doordraaien bij het shiften, ook als je niet op kop wilt gewoon doordraaien, als je twee keer achter elkaar shift ga je weer van kop af.
• De fietsers op kop zijn de ogen van de groep, houdt hier rekening mee. De fietsers op kop dienen als groep te denken bij oversteken en dergelijke. De fietsers achter je vertrouwen op jou, dus niet zelf oversteken als dat nog net kan! Als één groep oversteken.
• De voorrijder blijft voor in de groep rijden. Niet verder afzakken dan het 3^e gelid om overzicht te houden.
• Bij het begin en het eind van de training de voorrijder op kop, niet meer racen door het dorp, om ongelukken op het eind te voorkomen. Zo kan rustig in- en uit- worden gereden.
• De voorrijder bepaalt!